In de loop naar Sint Jan was een deel van de tuin een uitzinnige zee van klaprozen en korenbloemen.
De bloemen plukten we voor restaurant Greens. De weken erna kwam er onder de uitgebloeide wilde weelderige bloemenwei een uitgedoste partij onkruid tevoorschijn. Een hele klus om weer kale grond zichtbaar te maken, maar met vereende krachten, zijn het ritme en de structuur van de bedjes terug tevoorschijn gekomen. Ze knapten direct op van een laag zwarte voedzame compost en een plens van compostpreparaatplanten getrokken gier. De ruimte die is vrijgekomen zaaien we in met radijs, bladmosterd, rucola, raapsteel, spinazie en veldsla. Een deel van de plantjes wordt in de grote kas op onze zusterlocatie opgekweekt.
Gele, roze en paarse aardappels zijn grondig gerooid, altijd weer schatgraven. Om de bodem rust te geven na dit veelvragende gewas, hebben we groenbemesters winterrogge en Japanse haver ingezaaid. De frisgroene sprietjes stonden binnen 5 dagen boven de grond. Zaden gekiemd in warme bedauwde vochtige aarde. Tegelijk is het stro van het graan geknipt om in de lente als bedding onder de aardbeien te leggen. Wellicht dienen de deze zomer afgerijpte aren als voer voor de vogels.
Langzaam bewegen we ons naar de herfst en Sint Michael. De dagen worden merkbaar korter, de ochtenden en avonden koeler en spinnenwebben tekenen zich in het gouden licht. Goudsbloemen en pronkboonbloemen geven de tuin vurige tinten. De paarse boerenkool, roze wilgenroosje (fireweed) en geel bloeiende venkel en aardperen torenen boven andere gewassen uit. Synoniem topinamboer is vorstbestendig, daarmee kunnen we jaarrond oogsten voor de keuken. De berg onkruid is voer voor de composthoop, die we rond Sint Maarten met afsnijdsels uit de keuken en boombladeren willen opzetten. Zo grijpt de samenhang binnen de levenscyclus door de seizoenen heen al continu in elkaar.