Herfst in het Park

In de zomer leek de tuin wel een bloemenzee. Onder de uitbundig bloeiende overvloed, waren groentes wel degelijk bezig tot wasdom te komen. Oktober schonk een rijke oogst. We sneden oranje en groene Hokkaido en Muscat de Provence pompoenen, groeven de eerste aardperen op en verzamelden allerlei soorten droogbonen, zoals de vrolijk gespikkelde kiviets- en pronkbonen, maar ook de meer evenwichtig getekende yin yang en heilige boontjes.
De kolen vormen intussen een prachtig pallet met roodpaarse spitskolen, dieppaarse boerenkool en donkergroene palmkool. ‘s Ochtends schitteren de dauwdruppeltjes op de bladeren in het warm gele herfstlicht.  

Frisgroene steeltjes van groenbemesters als wikke, boekweit, Japanse haver en winterrogge staan te deinen in de wind, op bedden die we al eerder leeg geoogst hebben. De grond laten we zo bedekt mogelijk de winter in gaan. Het is als een beschut dekentje, dat tegelijk goed is voor de structuur van de grond en het uitspoelen van mineralen voorkomt.  

Eetbare bloemen die er nog zijn, brengen we naar de keuken om de gerechtjes te sieren. Het is inmiddels speurzoeken, maar we weten precies waar we moeten zijn om bakjes bont te vullen. De tot zaad verworden bloemen, oogsten we om volgend seizoen weer te zaaien. Dan kunnen we onze zintuigen weer volop door de bloemenpracht laten strelen.  

De blauwgroene idylle

De Tuin van Greens staat blauw van de borage. De lucht is al weken onafgebroken blauw. Wat een zegen dat we momenteel ons werk op de tuin nog mogen doen. In deze ongewisse Coronatijd is het verworden tot een plek van zijn en bedrijvigheid op gepaste afstand. Verdeeld over de buitenruimte, vinden we grond, houvast saamhorigheid en veerkracht. De lente is onafwendbaar. Het ontluikende leven gonst om ons heen. Het teeltseizoen is losgebarsten. 

De tuin heeft de afgelopen weken een metamorfose ondergaan. De meeste bedden hebben we leeg gemaakt om ruimte te maken voor nieuwe gewassen. De overwinterde eetbare groene blaadjes zoals de frivole wikke, deden geen directe dienst meer. De fiere prei en vederlichte venkels die er nog stonden, hebben we verplaatst naar de randen van de percelen, zodat ze voor de insecten in bloei kunnen schieten. De eerste bedden hebben we na het spitten ingezaaid met regenboogpeen, wortelpeterselie, schorseneren en ui. De mest voor de aardappelruggen is verspreid. Radijsjes en meiraapjes zijn al gekiemd. De zelf opgekweekte lathyrus, kapucijners, peultjes zijn geplant en de tuinbonen staan klaar om de grond in te gaan. Goudsbloemen en komkommerkruid hebben de winter doorstaan en bloeien uitbundig en complementair. Bijen en hommels maken er vlieguren op.

De waterpomp hebben we op 1 april aangeslingerd. Die dag was ik, Myke, twee jaar in dienst van deze gewijde grond. De sproeiers hebben al een aantal dagen geruststellend staan tikken. Het land heeft dorst met dit weer. Onder het ‘Eikpunt’ van het terrein, is door de mannen van Greens een nieuwe grasmat gelegd. Sinds de verplichte sluiting van het restaurant op 16 maart sloegen ze buiten aan het graven en klussen. Het schept en harkt op meerdere vlakken verbinding. We hopen dat er onder die grote eik, precies tussen tuin en restaurant, dit jaar nog huwelijken gevierd mogen worden. De natuur is alvast in opmaak voor het uitbundige feest van de zomer.

Nu de coronamaatregelen in elk geval tot en met 28 april verlengd zijn, is het restaurant op 2 april begonnen met een mooi wekelijks wisselend afhaal/bezorg-menu (wo-zo). De chef mag weer koken en wij mogen weer bloemen plukken. We zijn blij dat de gerechtjes afgemaakt kunnen worden met onze eigenste eetbare bloemen. Bestellen maar dat lekkere eten!

Nieuws van Mens en Tuin in het Park

Nieuws van Mens en Tuin in het Park

Er breekt een zonnetje door. Ik struin de tuin af naar eetbare bloemen die zo laat in het seizoen nog
dapper bloeien. De keuken van Greens maak ik er blij mee. De wind blaast de laatste bladeren van de
bomen. De bedden op de tuin zijn bedekt met een herfsttapijt. Er staan nog wat goudsbloemen te
stralen. Ook vind ik een enkele bloemetje van het driekleurig viooltje en van komkommerkruid. Aan
de bloei van de Oost-Indische kers en de Afrikaantjes is door de eerste nachtvorst een einde
gekomen.

Ineens zoemt er een grote hommel om me heen. Het beestje strijkt neer op mijn paarsblauwe wollen
vest, kruipt zelfs even in het zakje en hopt langs de goudkleurige knopen. Ik ben verbaasd dat deze
hommel eind november nog een ronde vliegt. Is het een koningin die zich heeft volgegeten een veilig
plekje zoekt om te overwinteren?

Het voelt als een ontmoeting als een dier even zo dichtbij komt. Een paar weken terug waren een
vrijwilliger en een deelnemer in de regen op de tuin aan het werk. Het weer deerde ze niet, in
tegendeel. Plotseling kwam er een donzig roodborstje bij ze zitten. Het diertje vloog niet weg en
hupte onverstoord over de pas gewiede grond. In het voorjaar hadden we een nestje roodborstjes
achter ons huisje op de tuin. Zou het een jong vogeltje van die leg geweest zijn?

Foto’s en tekst door Mijke van Waesberge

Fall in love op Mens en Tuin in het Park

Fall in love op Mens en Tuin in het Park

Nu de herfst in volle gang is, staan er minder gewassen op de tuin. Typische gewassen van deze tijd zijn venkel, peen, prei, bleekselderij, knolselderij, boerenkool en palmkool. De tomatenplanten hebben we ivm een ziekte leeg moeten plukken. Van de vijf kilo onrijpe tomaten die eraf kwamen, heeft de chefkok van het restaurant salsa verde gemaakt. Bedden die vrij komen, zaaien we in met groenbemester. Dit doen we om de structuur van de grond te verbeteren, om de bodem bedekt de winter in te laten gaan en om stikstof uit de lucht te binden. Er blijken tevens een aantal groenbemesters eetbaar te zijn.

In samenspraak met de chef oogsten we ook een aantal kostelijke bloem-, boomblaadjes en (on)kruiden als berkenblaadjes, duizendblad, afrikaantjes, oi-kers, goudsbloem, vogelmuur en dovenetel. Zo leveren we deze weken nog steeds kleurrijke palletjes en in alle tinten groen gevulde kratjes aan het restaurant. We beleven er veel plezier aan om dit met z’n allen te oogsten. De tuin wordt zo optimaal benut. Toen ik laatst met de producten de keuken binnenkwam, werden de net opgemaakte borden direct door de chef afgemaakt met verse wikke en eetbare bloemetjes. Dat is pas Greens! En psssst… de chef gaat binnenkort zelfs bier brouwen met onze groenbemester boekweit.

Foto’s en tekst door Mijke van Waesberge

Michaelstijd op Mens en Tuin in het Park

Michaelstijd op Mens en Tuin in het Park

Midden in de zomer was de tuin nog een en al uitbundigheid en vol van groei en bloei. Nu nadert de herfst, zijn de dagen korter, de nachten weer lekker vochtig, glinsteren de bladeren ‘s ochtends van de dauw, rijpen gewassen af en begint de tuin weer op z’n retour te raken. Niet per se qua schoonheid, maar er is weer een beweging merkbaar terug de aarde in.

Toen ik op vakantie was, had ik aan een van onze vrijwilligers, die dienst deed als chef-oogst, gevraagd om de kolen nog tot het najaar te laten staan. Hij vond een aantal kolen echter zo groot en mooi dat hij besloot ze te snijden voor de keuken van restaurant Greens. Toen ik half augustus terug kwam op de tuin, kon ik hem alleen maar gelijk geven en afgelopen weken hebben we het gros van de prachtige rode, witte en savooiekolen geoogst, die inmiddels bij Greens in het vat zitten voor zuurkool. De radicchio’s bleven klein dit jaar en omdat ze op schieten stonden, moesten ze bijna allemaal tegelijk van het land. De chef van het restaurant besloot er kimchi van te maken.

Op 28 september wordt van oudsher een oogstfeest gevierd. Het luidt een tijd in van overvloed, waarin de wintervoorraden binnen gehaald worden en groente en fruit worden ingelegd en ingemaakt. Onze tuin is te klein om overvloed te leveren, het is meer een pronktuin realiseerde ik me laatst, maar de afgelopen weken werd veel van de oogst die uit de tuin kwam opgewaardeerd, doordat de chef van Greens het fermenteert of in zoetzuur inlegt. Inmiddels staat er een voorraad kleurrijk gevulde potten te shinen in het restaurant. De kracht van de zomer wordt zo geconserveerd en geconcentreerd om er in het najaar en in de winter van te kunnen eten.

Als mensen kunnen we er een voorbeeld aan nemen door in de Michaelstijd die aanbreekt onze eigen zomeroogst van binnen af te wegen en op basis van die voorraad initiatiefkracht genereren. Op 29 september vieren we het jaarfeest van Sint Michael. De aardeziel begon zich na Sint Jan weer uit de kosmos terug te trekken, deze zogenoemde inademing is nu halverwege. Rond deze tijd van het jaar is het de kunst om, nadat we tijdens de zomer uitbundig ‘buiten onszelf’ zijn geweest, weer naar binnen te keren, zonder dat we hierbij het lijntje met de kosmos hoeven te verliezen. Dit vraagt soms wat wilskracht en durf, want het kan makkelijk zijn om mee te varen op de uiterlijke zintuiglijke zomerse stroom. Het is immers soms maar de vraag wat we van binnen aantreffen, maar in onszelf kunnen we uiteindelijk het kompas vinden om tijdens de donkere, koude en minder kleurrijke maanden koers te houden, om onze gedachtes levendig te houden en ze ‘hart te geven’. Hierdoor kan ons handelen veranderen, omdat we ergens warm voor kunnen lopen, dingen vanuit de grond van ons hart kunnen doen. Michael is hierbij de veerman die op de levende stroom tussen aarde en kosmos beweegt en door stappen van de mens op dit vlak een brug bouwt tussen aarde en kosmos.

Nieuws van Mens en Tuin in het Park

Nieuws van Mens en Tuin in het Park

‘Wat een rust’, ‘wat een vredelievende plek’ dat is wat bezoekers hardop zeggen te ervaren als ze over de tuin lopen en even op een bankje gaan zitten. Als we zelf aan het werk zijn, dan voelen we deze werking ook. Inmiddels heeft zich een vast clubje deelnemers verbonden aan de tuin en zijn er nog een aantal mensen die zich willen aansluiten. Daarnaast is er een vrijwilliger die een enorm ondersteunende functie heeft in de begeleiding en een vrijwilliger die bergen werk verzet en gaat helpen bij de aanleg van een nieuw beregeningssysteem onder leiding van een technisch onderlegde vrijwilliger van Mens en Tuin. Een keer in de maand komt er een clubje ‘antroposofische’ dames al doende genieten van de tuin. Kortom een fijne en passende bezetting.

Mei was een drukke maand met veel zaai- en plantwerk. Bedden moesten hiervoor leeggemaakt, bemest en klaargelegd worden. Gewasresten en groenbemesters van vorig seizoen gingen naar de composthoop. Vorig jaar lag de grond als een gespreid bedje voor ons klaar. Eind mei zijn we begonnen met het oogsten van de eerste sla. Vorig jaar op 30 mei opende de Burgemeester Greens en oogstte samen met mij de eerste sla. Dit jaar hadden we op 29 mei de eer dat Pauline Krikke samen met een afgevaardigde van het restaurant, Stichting Tuinen van Greens en de tuin (ik zelf) een Gulden Klinker kwam leggen. Wat zijn we trots! 


 
De afgelopen weken hebben we snijbiet, peultjes, koolrabi’s, radijsjes, diverse kruiden en vele eetbare bloemen aan het restaurant geleverd. Binnenkort oogsten we de eerste gekleurde worteltjes, bietjes, kapucijners, tuinbonen en doperwten. De verschillende kolen zijn goed aan de groei en de aardappels staan in bloei. De tuin staat bijna vol. Een aantal eerste teelten maken alweer plek voor een tweede teelt. Er komen onder meer nog wat vruchtgewassen, wortelgewassen, peulvruchten en de late koolsoorten.
 

 

De tuin is zo anders dan vorig jaar: voller, rommeliger, rijker, weelderiger. De onkruiddruk is hoger. Vorig jaar begonnen we op schone opgebrachte grond en riep ik in de loop van het seizoen weleens voor de grap dat ik onkruid ging zaaien, om werkgelegenheid te creëren. Opmerkelijk dat onze penningmeester vandaag zei dat hij orde zag. Ik snap wel wat hij bedoelt, want alles wat we gezaaid en geplant hebben, staat keurig op rijtjes. Maar toch is het dat niet alleen, terwijl ik soms juist denk ‘wat een chaos’ omdat ik bloemen en kruiden die zichzelf hebben uitgezaaid, tussen de gewassen laat staan. Of ik laat een plantje dat ik niet ken, groeien om erachter te komen wat het is. Soortenrijkdom trekt nuttige insecten aan en stoot schadelijke insecten af. Ik probeer intensief en zo divers mogelijk te telen om naast opbrengst, voldoening, kleur en schoonheid ook voor beleving en verwondering te zorgen. Alle zintuigen mogen gevoed worden.  Er is zo veel te zien, te ruiken, voelen en uiteindelijk in het restaurant te proeven. Zelf voel ik me elke dag weer bevoorrecht om op dit prachtige ‘lusthof’ te mogen werken.

Foto’s en tekst door Mijke van Waesberge